Inhoud - Basisopleiding Jeugdzorg
De Basisopleiding Jeugdzorg bestaat uit de volgende 8 modules:
Module 1: Werkwijze van de Jeugdzorg
In deze eerste module leer je over de ontwikkelingen die de jeugdzorg heeft doorgemaakt en hoe de huidige wetgeving is ontstaan. Daarnaast ontdek je hoe deze wetgeving in de praktijk wordt toegepast en hoe gemeenten de jeugdzorg organiseren en mogelijk maken. Verder leer je over verschillende vormen van jeugdzorg, van vrijwillige hulp tot gedwongen maatregelen, en van hulp aan huis tot plaatsing in gesloten inrichtingen. Tot slot lees je meer over de medewerkers die de jeugdzorg mogelijk maken en welke functies zij vervullen.
Module 2: Ontwikkelen en opvoeden
Vanaf het moment dat een kind geboren wordt, heeft de omgeving een grote invloed op de ontwikkeling. Een kind leert elk levensjaar de wereld en zichzelf beter kennen. Om zich optimaal te ontwikkelen, hebben kinderen ondersteuning en begeleiding vanuit hun omgeving nodig. De basis voor een goede ontwikkeling ligt vooral bij de ouders. In module 2 leer je over de ontwikkelingsfasen die kinderen doorlopen, welke basisbehoeften ze in elke fase hebben en welke opvoedingsopgaven daarbij horen. Daarna leer je meer over opvoeding, de vijf pijlers van opvoedingskwaliteit en de verschillende opvoedstijlen die ouders kunnen hanteren.
Module 3: Problemen in de opvoeding
Soms ontstaan er problemen binnen gezinnen. Deze kunnen verschillende oorzaken hebben, die zowel bij de ouders als bij het kind of de omstandigheden van het gezin kunnen liggen. Hoe deze problemen ontstaan, is vaak een complex vraagstuk, waarvoor niet altijd een eenduidig antwoord is. Meestal spelen meerdere factoren een rol, waardoor een gezin hulp nodig heeft van de jeugdzorg.
Om de complexiteit van problemen in gezinnen te begrijpen, gaat deze module dieper in op risicofactoren en beschermende factoren in de opvoeding. Je leert welke persoonlijke, sociale, maatschappelijke en omgevingsfactoren risico’s vormen of juist beschermen tegen problemen. Daarnaast lees je meer over veelvoorkomende problemen binnen gezinnen, met speciale aandacht voor hechtingsproblemen. Je leert de vier categorieën van hechting kennen, hoe je deze kunt herkennen en wat de gevolgen zijn van een onveilige hechting.
Module 4: Gedragsproblemen en stoornissen
Medewerkers in de jeugdzorg komen regelmatig gezinnen tegen waar sprake is van gedragsproblematiek of een stoornis. Naar schatting heeft 15 tot 20% van de kinderen en jongeren in de Benelux een psychische stoornis, en 2 tot 3% van hen heeft een gedragsstoornis. Het percentage kinderen met gedragsproblemen zonder diagnose ligt nog hoger. Dit vraagt om een aangepaste aanpak vanuit de omgeving. Sommige ouders, kinderen of gezinnen hebben hierbij de hulp van een professional nodig. In module 4 leer je meer over verschillende gedrags- en ontwikkelingsstoornissen bij kinderen en jongeren, hoe deze ontstaan, en welke interventies en behandelingen mogelijk zijn.
Module 5: Methodisch werken in de jeugdzorg
Wanneer een gezin jeugdzorg inschakelt of opgelegd krijgt, kan het moeilijk zijn om deze hulp te ontvangen. Jeugdzorgmedewerkers moeten daarom aandacht besteden aan een goed opgebouwde hulpverlening, waarbij er tijd is om vertrouwen op te bouwen en kennis te maken. Om het hulpverleningsproces van begin tot eind goed te laten verlopen, werken jeugdhulpverleners volgens de gestructureerde fasen van een methodische cyclus. Hierin is aandacht voor alle belangrijke stappen op weg naar het verbeteren van een problematische situatie. Zo wordt er aandacht besteed aan het opbouwen van vertrouwen tussen de professional en het gezin, het verkennen van het probleem en de onderliggende processen, het stellen van prioriteiten, het opstellen van doelen, het bepalen van acties en het evalueren van de hulpverlening. Methodisch werken zorgt voor effectieve en doelgerichte hulpverlening. In module 5 leer je wat methodisch werken inhoudt en welke stappen een jeugdhulpverlener doorloopt.
Module 6: Individuele begeleiding en behandeling van jeugdigen
Jeugdhulp richt zich vaak op het gezin of het systeem rondom de jeugdige. Toch kan het soms nodig zijn om een kind of jongere individueel te begeleiden of te behandelen. Dit is bijvoorbeeld het geval bij psychische stoornissen, een licht verstandelijke beperking, traumatische ervaringen, begeleiding naar zelfstandig wonen, of moeite met het organiseren van hun leven. In module 5 leerde je over het inzetten van de methodische werkcyclus bij het hele gezin, maar ook bij individuele begeleiding of behandeling wordt deze cyclus toegepast. Een belangrijk onderdeel hiervan is het opstellen van een ondersteuningsplan. In module 6 leer je verschillende manieren om kinderen en jongeren individueel te begeleiden, lees je over woonbegeleiding en maak je kennis met de werkwijze van de jeugd-GGZ. Daarnaast leer je zelf een ondersteuningsplan opstellen.
Module 7: Signaleren van kindermishandeling
Kinderen zouden in een veilige omgeving moeten opgroeien, waar liefdevolle zorg en aandacht de basis vormen voor een gezonde ontwikkeling. Helaas groeien niet alle kinderen op in een liefdevol en veilig gezin. Kindermishandeling heeft grote gevolgen voor de ontwikkeling van een kind, zoals lichamelijk letsel, psychische problemen, voortdurende stress, ontwikkelingsachterstand, geschaad vertrouwen, depressie, gedragsproblemen en trauma. Professionals die met kinderen en volwassenen werken, spelen een belangrijke rol in het signaleren van kindermishandeling. Zij moeten alert zijn op signalen, optreden als vertrouwenspartner en bij vermoedens de meldcode volgen. Jeugdhulpverleners hebben zowel een signalerende als een hulpverlenende rol. In module 7 leer je over de verschillende vormen van kindermishandeling, de gevolgen daarvan en hoe je signalen kunt herkennen.
Module 8: Gespreksvoering met kinderen en jongeren
Jeugdzorgmedewerkers hebben vaak contact met kinderen en hun ouders. Het is belangrijk dat kinderen en jongeren gehoord worden en hun mening en behoeften kunnen delen. Niet alle kinderen zijn gewend om naar hun mening gevraagd te worden, waardoor het lastig kan zijn om open gesprekken met hen te voeren zonder dat ze alleen gewenste antwoorden geven. Toch zijn gesprekken met kinderen vaak nodig om te begrijpen hoe zij zich voelen en wat ze denken. Dit kan helpen bij het leren kennen van het kind, het opbouwen van een vertrouwensband, en het achterhalen van hoe het thuis gaat. Ook kunnen gesprekken met kinderen waardevolle informatie opleveren bij vermoedens van kindermishandeling. In module 8 leer je de belangrijkste voorwaarden voor een goed gesprek met kinderen en jongeren, welke gesprekstechnieken je kunt inzetten en hoe je reflecteert op een gesprek met een kind of jongere.