Inhoud - Basisopleiding Doktersassistent
De Basisopleiding Doktersassistent bestaat uit de volgende 8 modules:
Module 1 – Introductie doktersassistent
In deze module krijg je een introductie in de onmisbare rol van een doktersassistent in de medische sector. Je krijgt inzicht in de verantwoordelijkheden en taken van de doktersassistent, een inkijkje in een dag van de doktersassistent en een inleiding in de gezondheidszorg.
Module 2 – Omgangskunde
Deze module richt zich op communicatievaardigheden en sociale interacties. De module behandelt communicatie met patiënten, luistervaardigheden en het verstrekken van duidelijke informatie. Ook de samenwerking met collega's en het geven en ontvangen van feedback komen aan bod. Het ontwikkelen van sterke omgangsvaardigheden draagt bij aan het geruststellen van patiënten, het verbeteren van de kwaliteit van zorg en het bevorderen van een positieve werkomgeving.
Module 3 –Thema’s in het werk van de doktersassistent
In module 3 wordt uitgebreider ingegaan op de werkzaamheden die een doktersassistent in de huisartsenpraktijk uitvoert. In deze module worden daarom de algemene basis van medische begrippen, geneesmiddelen, triëren, medisch-technische handelingen, laboratoriumwerkzaamheden en praktijkvoering toegelicht. Deze module biedt de basiskennis en structuur die nodig is om aan de slag te gaan met de hierop volgende modules.
Vanaf hier is de opleiding thematisch opgezet; dat wil zeggen dat in elke module een bepaald onderdeel van het lichaam wordt toegelicht. Bij elk thema leer je de basis anatomie en fysiologie, pathologie, ingangsklachten, medisch-technische handelingen en laboratorium werkzaamheden behorend bij dat thema.
Module 4 – Infectieleer en traumatologie
In deze module krijg je informatie over de meest voorkomende aandoeningen die onder de infectieleer en traumatologie vallen. De ingangsklachten die worden toegelicht zijn koorts bij kinderen en volwassenen, patiënten met huidklachten en patiënten die een trauma van een ledemaat hebben. Bij het onderdeel medische-technisch handelen zal worden ingegaan op hygiënisch werken en het assisteren van de arts bij het verwijderen van een atheroomcyste. Daarnaast wordt bij dit onderdeel de basis van wondbehandeling en verbandleer toegelicht. De module wordt afgesloten met de kenmerken van de levensfase van kinderen en het omgaan met kinderen in de huisartsenpraktijk.
Module 5 – Zintuigen en urinewegen
De meest voorkomende aandoeningen van de zintuigen, keel en urinewegen worden in module 5 besproken. Bij het onderdeel triage krijg je informatie hoe je de urgentie en de vervolgactie kan bepalen van patiënten die met oor-, neus-, oog-, keel of urinewegklachten contact met de huisartsenpraktijk hebben. Bij de medisch-technische handelingen leer je over het uitvoeren van een visustest en een audiometrie. Urineonderzoek wordt toegelicht bij de laboratoriumwerkzaamheden. De specifieke doelgroep in deze module zijn de patiënten die slechtziend of blind of slechthorend of doof zijn. Je krijg adviezen hoe je met deze patiënten in de huisartsenpraktijk om kunt gaan.
Module 6 – Thorax
In module 6 worden de meest voorkomende aandoeningen van het hart en ademhalingsstelsel behandeld. Deze module is een belangrijke omdat er een aantal aandoeningen van de thorax zijn die snel handelen van de doktersassistent vereisen. Denk maar aan een dreigend hartinfarct of een patiënt die heel erg benauwd is. Je leert bij het onderdeel triëren wat de alarmsymptomen zijn bij de ingangsklacht pijn op de borst en kortademigheid. Bij medisch-technisch handelen wordt het uitvoeren van een hartfilmpje, een longonderzoek en een allergietest toegelicht. Omdat hart- en longziekten met name bij oudere mensen voorkomt wordt de levensfase van de ouder wordende mens besproken in het laatste deel van deze module en krijg je tips voor de omgang met deze specifieke doelgroep patiënten in de huisartsenpraktijk.
Module 7 – Buik
In de buik liggen veel organen. De meest voorkomende aandoeningen waarvoor een patiënt contact met de huisartsenpraktijk heeft worden toegelicht. Het uitvragen van een patiënt met buikklachten is daarom één van de lastigste taken voor een doktersassistent. Buikklachten kunnen onschuldig zijn, zoals een buikgriep, én heel ernstig zoals een maag- of darmbloeding. Omdat ernstige klachten van de patiënt meestal een onderzoek op de polikliniek van het ziekenhuis worden twee polikliniekonderzoeken toegelicht: de gastro- en de coloscopie. In de buik liggen ook de mannelijke- en vrouwelijke geslachtsorganen. Ook hiervan worden de meest voorkomende aandoeningen behandeld. De vragen van patiënten waar je als doktersassistent veel mee te maken krijgt zijn vragen over het uitstellen van de menstruatie, wat de patiënt moet doen bij een vergeten pil of hoe erg vaginale afscheiding is. Deze vragen kun je meestal als doktersassistent zelfstandig afhandelen met voorlichting en advies. De medisch-technische handelingen die worden besproken zijn et assisteren bij het inbrengen van een spiraal en het uitvoeren van een uitstrijkje. Hoe je een zwangerschapstest in de huisartsenpraktijk afneemt wordt toegelicht bij de laboratoriumwerkzaamheden. Aan het eind van module 7 wordt ingegaan op kenmerken van chronisch zieke patiënten en de omgang met deze specifieke doelgroep.
Module 8 – Zenuw- en hormoonstelsel
De laatste module van deze basisopleiding begint met uitleg over het ziektebeeld diabetes mellitus. Dit is niet het enige ziektebeeld van het hormoonstelsel, wel een ziektebeeld waar je als doktersassistent in de huisartsenpraktijk veel mee te maken krijgt. De aandoeningen van het zenuwstelsel zoals uitvalsverschijnselen hoofdpijn en duizeligheidsklachten worden daarna behandeld. Regelmatig krijg je telefoontjes van omstanders die in paniek bellen omdat hun partner, vader, moeder enzovoort opeens zo raar praat of waarvan de mond plotseling scheef staat. Ook dan is het belangrijk dat je als doktersassistent de situatie snel kunt inschatten en weet welke actie je moet ondernemen om hulp te regelen voor de patiënt. Polikliniekonderzoeken zoals een CT- of MRI-scan zijn vaak nodig om de juiste diagnose te kunnen stellen, deze worden daarom ook behandeld. Patiënten met dementie of aangeboren hersenletsel zijn de specifieke doelgroep patiënten waarvan de aandoening met het zenuwstelsel te maken hebben. Je krijgt adviezen en tips hoe met deze specifieke doelgroep patiënten om te gaan in de huisartsenpraktijk.